088 - 7867372

Fraude: zo gaan oplichters te werk

Fraude, oplichting, bedrog, het zijn termen die grotendeels op hetzelfde neerkomen. Er is altijd sprake van een dader(groep) die met behulp van een leugen geld aftroggelt van een slachtoffer. Maar wat is ‘fraude’ precies, en is het strafbaar? Wij leggen het uit.

Is fraude strafbaar?

Fraude is geen strafbaar feit maar een containerbegrip. Het is een verzameling van allerlei vormen van bedrog die gericht zijn op het verkrijgen van voordeel voor de fraudeur. Meestal financieel voordeel, maar het kan ook gaan om goederen of een betere positie. Fraude kent geen eigen strafrechtartikel. Maar de individuele vormen en componenten die we aantreffen, kennen dat wel.

Horizontaal of verticaal

Er is verschil tussen fraude gericht tegen burgers of bedrijven en fraude die zich richt tegen de overheid.

Horizontale fraude: Fraude tussen burgers of bedrijven onderling wordt aangeduid als horizontale fraude.

Verticale fraude: Is de overheid het beoogde slachtoffer, dan is er sprake van verticale fraude.

De Fraudehelpdesk richt zich op slachtoffers van horizontale fraude.

Oplichting

Het meest bekende artikel dat fraude aangaat is Artikel 326 uit het Wetboek van Strafrecht (Oplichting):
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Oplichting is strafbaar

Oplichting is dus strafbaar wanneer sprake is van al de volgende zaken:
met het oogmerk – er moet sprake zijn van een vooropgezette bedoeling
wederrechtelijk – het is in strijd met het recht en de daarin beschermde normen
bevoordelen – de oplichter moet er beter van worden
valse naam of van een valse hoedanigheid, (…..) listige kunstgrepen, (…..) samenweefsel van verdichtsels – de waarheid wordt verdraaid, er is sprake van een leugen
iemand beweegt – het slachtoffer handelt op basis van de verkregen valse informatie
ter beschikking stellen van (…..), tot het aangaan van (…..)of tot het teniet doen van (…..) – het slachtoffer wordt (financieel) gedupeerd

Artikel 326 is maar één van de artikelen in het Wetboek van Strafrecht die betrekking hebben op een fraudevorm.

Artikel 328 gaat bijvoorbeeld over verzekeringsfraude en Artikel 337 over merkenfraude. ‘Paulianeus handelen’, beter bekend als faillissementsfraude, wordt beschreven in Artikel 341 en witwassen komen we tegen in Artikel 420. En zo zijn er nog veel meer artikelen die onder fraude vallen.

Complex

‘Succesvol’ uitgevoerde fraude kan bijzonder ingenieus opgetuigd zijn. Fraudeurs zijn creatief en leren er snel trucs bij als het erom gaat slachtoffers van hun geld te ontdoen. Hun handelswijze – modus operandi is de officiële term – passen ze daarvoor maar al te makkelijk aan. Soms groeien hun handelingen uit tot een waar web van toegepaste trucs en activiteiten.

Praktijkvoorbeeld: een netwerk van fraudeactiviteiten van 1 crimineel

 

Kant-en-klare oplichting

Criminelen schromen ook niet om trucjes van hun collega’s af te kijken. En in het digitale tijdperk is er zelfs sprake van handel in kant-en-klare ‘fraudepakketten’ zoals namaak bank-apps, lijsten met gekraakte inloggegevens of schadelijke software voor een ransomware-aanval.

Cirkel van fraude

Om de kern van fraude te visualiseren kunnen we de volgende figuur gebruiken:


Rechtsboven vinden we de fraudeur. We kunnen zijn werk vervolgens met de klok mee stap voor stap in beeld brengen:

Anonimiseren: de valse identiteit

Als een oplichter niet het risico wil lopen herkend te worden, dan begint hij met het verhullen van zijn identiteit. Ging dat vroeger door een valse naam en adres op te geven, in het digitale tijdperk worden complete identiteiten samengesteld. Denk aan een account op een datingsite, waar van internet gestolen foto’s worden gekoppeld aan een compleet verzonnen profiel. Met dat account kan de oplichter naar hartenlust aan de gang gaan. Een werkwijze die we helaas goed kennen uit onze meldingen van datingfraude. Identiteitsfraude is een vast onderdeel van het merendeel van de fraude die gemeld wordt bij de Fraudehelpdesk.

Kanaal/medium: contact met het slachtoffer

Onder zijn valse identiteit kiest de fraudeur een route om met zijn beoogde slachtoffer in contact te komen.

De klassieke manieren waren persoonlijk, per post of per telefoon. Denk bijvoorbeeld aan de veel te dure scharensliep, de spooknota en de boillerroom. De komst van het internet heeft het aantal mogelijkheden enorm uitgebreid en ook wereldwijd acteren mogelijk gemaakt.

Social engineering: psychologische trucs

Een moderne kreet die eigenlijk simpelweg neerkomt op het bespelen van het slachtoffer. Het gaat om het verzamelen van informatie door het inspelen op emoties: angst, medelijden, ijdelheid. Op die manier weten ze een toekomstig slachtoffer ervan te overtuigen informatie of geld te geven. Fraudeurs hebben hier door de jaren heen flink wat ervaring mee opgedaan en zetten alle beschikbare technieken in om het slachtoffer zo ver te krijgen dat deze doet wat de fraudeur van hem of haar wil.

Nigeriaanse fraude

Nigeriaanse fraude is een bekend begrip in de fraudewereld waarbij slachtoffers digitaal – via e-mail of contactsites – benaderd worden met prachtige beloften. Maar voordat die beloften ingevuld kunnen worden, moeten er eerst allerlei kosten voldaan worden. Door het slachtoffer natuurlijk. De belofte – een erfenis, de buitenlandse datingpartner die naar Nederland komt- wordt uiteindelijk nooit ingevuld. Nigeria was het eerste land waar dit verschijnsel op grote schaal gesignaleerd werd, en daar dankt deze vorm van fraude zijn naam aan. Het wordt ook wel 419-fraude genoemd naar het gelijknamige artikel over oplichting in het Nigeriaanse wetboek van strafrecht.

Doelgroep: wie wordt slachtoffer?

Fraudeurs hebben goed door welke groepen mensen gevoelig zijn voor hun malversaties en passen hun benadering daar op aan. Uiteenlopend van het zo wijd mogelijk verspreiden van hun boodschap – denk aan phishingmails – tot het heel nauwkeurig kiezen van een individueel slachtoffer met een uitstekend voorbereid en op maat gesneden verhaal. Zoals we dat bijvoorbeeld tegenkomen bij belegginsgfraude, waarbij mensen gebeld worden om ze te verlokken te investeren in waardeloze of niet bestaande aandelen.

Boilerroom

Fraudeurs die zich met telefonische benadering bezighouden willen nog wel eens een suggestie wekken van een drukke, hectische kantooromgeving waarbij in de achtergrond allerlei andere gesprekken hoorbaar zijn. Vooral bij beleggingsfraude kan het idee met een druk en ogenschijnlijk succesvol kantoor te maken te hebben meehelpen het slachtoffer te overtuigen. Zo’n opzet wordt ook wel een ‘boilerroom’ genoemd. In februari 2000 kwam er een film onder die naam uit die goed laat zien hoe zo’n boilerroom door fraudeurs ingezet wordt. Deze benadering is vooral bekend uit de beleggingswereld, maar boilerrooms kunnen ook binnen andere fraudevormen voorkomen.
De Autoriteit Financiële Markten waarschuwt op haar website nadrukkelijk voor boilerrooms.

Bankrekening

De oplichter heeft zijn slachtoffer zo ver dat deze geld (of goederen) aan hem wil overdragen. Op dat moment ontstaat opnieuw het risico van een herkenbaar en volgbaar spoor dat naar de fraudeur leidt. Wil de crimineel dat risico verkleinen, dan is ook hier weer een scala van trucs aanwezig.

Er zijn een aantal kanalen om geld over te maken die min of meer anoniem zijn. Geld laten overmaken via een geldtransferkantoor als Western Union of MoneyGram is een veelgebruikte oplossing. Het gebruik van digitale munteenheden als de bitcoin zien we de laatste tijd ook steeds vaker. Geheime buitenlandse bankrekeningen is minder wijd verspreid maar zien we bij de meer ingenieuze fraudeconstructies. Het kortstondig gebruik maken van andermans bankrekening (van een katvanger of geldezel) is ook een veelgebruikte methode.

Geldstroom

De laatste stap voor de crimineel is het zorgen dat hij het geld op zijn eigen bankrekening beschikbaar krijgt zonder dat de criminele herkomst zichtbaar is. Banken monitoren continu het betalingsverkeer op hun rekeningen en hebben de verplichting afwijkende bedragen en geldstromen bij de autoriteiten te melden. Hij creëert daarvoor een plausibele verklaring voor de geldstroom en heeft het geld witgewassen.
De cirkel is rond en de fraude is voor de crimineel succesvol verlopen.

Cirkels in cirkels

In de fraudecirkel is de kern van de opzet weergegeven. Wordt een fraude ingenieuzer van opzet, dan zien we vaak dat meerdere tussenpersonen ingeschakeld worden. Daarbij geldt voor iedere tussenpersoon ook weer dezelfde cirkel. Dan gaat het niet zozeer om het verwerven van geld van die tussenpersonen maar om ze prestaties te laten verrichten binnen de grotere cirkel. Een geldezel is daar een goed voorbeeld van. Maar ook de junk die in ruil voor drugs een bv op zijn naam laat zetten, waar de fraudeur vervolgens mee aan de haal gaat.

Opsporing: geen prioriteit

Onderzoeken naar fraudezaken zijn voor autoriteiten altijd tijdrovend. Bedenk daarbij dat het opsporingsapparaat geen oneindige capaciteit heeft, waardoor ze prioriteiten moet stellen. Vanwege het grote tijdsbeslag van fraudeonderzoeken wordt die prioriteit vaak elders gelegd. U begrijpt dan waarom dit soort criminelen vaak lang ongehinderd hun metiér kunnen uitvoeren. Zeker wanneer die oplichters dan ook nog eens internationaal te werk gaan met het wereldwijde web als kanaal voor hun bedrieglijke activiteiten.